Voorzitter, de door u gepresenteerde voorjaarsnota is helder. U stelt verder voor een aantal investeringen te doen in het fysieke en sociale leefklimaat van de stad.: ik concludeer dat het college het speerpunt “kerkbrink” nu ook vertaald in een fysieke financiële reservering. En een gewenningsbijdrage voor de thuiszorg in het kader van de nieuwe WMO lijkt ons ook een zinnige besteding van de beschikbare middelen. Ook de investering in de verlichting van de oude haven lijkt ons zinnig, al was het alleen maar om de sociale veiligheid daar te verbeteren.

 

We hadden graag gezien dat het college geld zou hebben gereserveerd voor een impuls aan de onderwijsbegeleiding en bestrijding van de jeugdwerkloosheid en dat extra budget zou worden vrijgemaakt om het samenleven tussen verschillende bevolkingsgroepen te bevorderen. Over het jeugdbeleid komen we als het goed is in een van de komende commissievergaderingen te spreken, maar als de wethouder hier een speerpunt van heeft gemaakt, waarom zien we dat dan nu niet terug in een investering in dat jeugdbeleid?

Bij de bespreking van de programmarekening 2004 bleek verder dat een aantal budgetten voor sociaal beleid niet zijn uitgegeven, nu wil ik niet direct zeggen dat het college dus geen sociaal beleid voert, maar het lijkt me goed om in een commissievergadering eens nader van gedachten te wisselen over het sociaal beleid en de bedragen die wel of niet zijn uitgegeven. We hebben er nu niet voldoende zicht op, maar wellicht is een koersverandering wel noodzakelijk. Wil het college toezeggen, op de problematiek van de niet uitgegeven bedragen voor sociaal beleid in een volgende commissie welzijn in te gaan?

 

Voorzitter, de voorjaarsnota is een kompas voor de toekomst. In de nu uitgezette richting van de nota kunnen we ons redelijk vinden als we het afzetten tegen het lange termijn perspectief. Een aantal punten die ik zojuist genoemd heb, zouden echter ook in de nota moeten worden opgenomen. Er kan dus nog wel wat gesleuteld worden aan het beleid van het college. Dat willen we dan ook doen tijdens de bespreking van de begroting in november. Tot die tijd zien we in de voorjaarsnota wel een richtinggevend instrument voor het te voeren beleid voor de komende tijd. We gaan akkoord met de nota omdat de richting goed is. Over de nadere invulling van de diverse terreinen komen we te spreken tijdens de begrotingsbehandeling. Deze nota is in onze ogen dan ook een uitgangspunt voor het te voeren beleid waar nog aan gesleuteld kan worden en dat sleutelrecht behouden we ons dan ook voor.