Inspraak is nep-Participatie?

Foto Aafke maart 2021.jpgdonderdag 20 mei 2021 19:56

Elke week schrijft een raadslid een column voor de Gooi en Eembode. Deze week was het de beurt van Aafke Vreugdenhil.

Mijn hele leven ben ik al de kleinste. Vroeger in de klas, in de groep, en later zelfs vóór de groep. Muzikaliteit was ook niet bepaald mijn sterkste kant, dus de eerste viool spelen was evenmin aan de orde. Binnen mijn gezin ben ik ook weer de kleinste.

Letterlijk klein zijn is niets vergeleken bij je klein voelen in de maatschappij, als je denkt dat je niet van betekenis bent. Ik  heb een zwak voor mensen die wel een mening hebben, maar niet gehoord worden en geholpen moeten worden hun gedachten onder woorden te brengen. Het is mijn vak om in mediation of relatiecoaching mensen te helpen structuur te brengen in hun warrige gedachten en gevoelens. Om beter gehoord en begrepen te worden.
Mensen kunnen elkaar ondersneeuwen of overschreeuwen door verschil in vaardigheden, belangen, of zelfbeeld.

Dat zie je ook in politieke participatietrajecten. Partijen worden democratisch gekozen. Veel burgers hebben daar nog steeds veel vertrouwen in. Voor velen is dat voldoende. Een keuze maken en een hokje rood kleuren is ook gemakkelijker dan het woord voeren op een vergadering. Een gelikte brief schrijven is niet zomaar gedaan. En inspreken tijdens een commissie, met een gloedvol betoog, is moeilijk. Daar is moed en motivatie voor nodig en verdient veel respect.
De keerzijde van die inspraakmogelijkheden is de suggestie dat ‘meespreken’ super democratisch is. Het wordt evenwel zomaar een schaduwdemocratie, waarin een dominant eigenbelang zegeviert, zonder ruimte voor een democratische belangenafweging voor alle inwoners.

Eén keer in de vier jaar stemmen in alle vrijheid is dé vorm van lokale participatie. Bij concrete projecten is inspraak essentieel. Als daarmee de verwachting wordt gewekt dat deze inspraak beslissend wordt voor de uitkomst, is dat nep-participatie en ondemocratisch. Dan voelen inwoners zich geflest met verlies van vertrouwen in de politiek. In het formele democratische proces mag een politicus zelfs niet mee vergaderen, als deze een specifiek belang heeft bij het onderwerp.

Op dit moment zijn participatieprocessen in Hilversum niet leuk meer. Ergernis en pijn wisselen elkaar af. Vanuit het raadhuis werd niet altijd eerlijk benoemd wat participatie echt is: niet meebeslissen, maar wel meespreken en meedenken.
Participatie dient te gebeuren binnen duidelijke grenzen en spelregels vooraf.
Die zich het meest betrokken voelt, hoeft niet per definitie de grootste invloed te hebben. Ook niet degene met de beste verbale kwaliteiten. Goed luisteren naar mensen die vanuit deelbelangen ongelooflijk veel energie steken in meedenken en daarvoor de publiciteit zoeken, is een plicht voor elk raadslid. Maar willekeurig meerdere mensen bevragen over actuele zaken in Hilversum geeft evenwichtiger inzicht in de verschillende opvattingen, belangen en afwegingen. Dat geldt ook voor inwoners die zelf nooit de barricaden zullen opgaan. Onder ‘gewone’ mensen is veel wijsheid, ook die van zichzelf zeggen: “daar heb ik geen verstand van”.

Gekozen raadsleden hebben de verantwoordelijkheid op basis van hun eed of belofte en vanuit hun verkiezingsprogramma keuzes te maken. Keuzes die nooit het gevolg mogen zijn van wie het hardst op de trom slaat, maar na afweging van belangen van alle Hilversummers en vaak nog breder.
Niet iedereen kan - als het hem of haar uitkomt - de eerste viool spelen.

Aafke Vreugdenhil

 

Labels

« Terug